Countdown 04- Flight Lieutenant

Countdown 04- Flight Lieutenant

A Chapter by Saskia Zumdick

Hoofdstuk 4:

flight lieutenant

 

30 Juli �" 2045

 

Vliegbasis Port Oberon

Dover, Verenigd Koninkrijk

 

09: 51 uur

Met in handschoenen gehulde handen maakte Carter zijn vlieghelm vast. Hij zat al vastgesnoerd in The Iron Raven. De hangardeur van Gate 12 stond open en vijf Flights aan ASA’s taxieden een voor een naar buiten de startbaan op.

Carter was de eerste van zijn Flight die de hangar verliet, opgesloten in de stalen veiligheid van zijn cockpit.  Gevolgd door de rest. De rest bestaande uit vijf andere S15 toestellen met in elk toestel een uitstekende Solar-Pilot. Buiten Eerste Luitenant Bennet Vale, voegden Sergeant-majoor Kathy Hamilton, Korporaal Ralph Melbourne, Sergeant Khalid Essa en Sergeant Callum Flynn zich toe aan de Flight.

Het regenachtige Engelse weer sloeg tegen de cockpit toen hij de hangar uit reed.

Al snel kreeg hij van de verkeerstoren bericht dat hij met zijn Flight naar startbaan 7 mocht.

Eindelijk, dacht Carter toen hij even later in formatie boven het kanaal hing. Rechts en links van hem vlogen Vale en Hamilton. Kathy’s ASA had de bijnaam “The Hare” vanwege de snelheid. En die van Bennet moest het helaas doen met “The Needle”.

De eerste stap in de missie was het ongeschonden in de Franse Staten aan te komen en te landen bij de frontlinie. Het front was de grens met voormalig België. Daar zou een oude luchtmachtbasis dienst doen als ASA basis. De Noordwest Unie had België al in twee dagen in weten te nemen.

The Iron Raven schoot over het kanaal en adrenaline joeg door Carters aderen. Er gleed een grijns over zijn gezicht. Voor hem was er niets beters dan vliegen. Oké, liefde was waarschijnlijk beter, geen twijfel mogelijk.

De stem van Sergeant Essa weerklonk door de boordradio. ‘Mijn radar geeft aan dat een toestel ons nadert, Kapitein.’

Carter keek verward op zijn eigen radar, niets vreemds te zien, geen toestellen, niets.

‘Wie krijgt er nog meer zo’n melding?’ Wachtend op antwoord bekeek de Kapitein zijn radar weer, niets.

‘Niets op mijn radar.’ melde Kathy een seconde later. ‘En bij jou Vale?’

Bennet Vale’s stem antwoordde: ‘Helemaal niets te zien.’

‘Waarschijnlijk is er iets mis met je radar, Essa. Mijn radar geeft ook niets aan.’ Dat was de stem van Sergeant Flynn.

Carter begon zich af te vragen wat er aan de hand was. Eén enkele radar die een toestel liet zien?

‘Nee, serieus! Hij komt recht op ons af! Zie jij niets dan, Melbourne?’  Essa’s stem klonk duidelijk paniekerig. Normaal gesproken was hij kalm in lastige situaties.

Melbourne antwoordde vrijwel meteen: ‘Er is echt iets mis met jou radar man! Wij zien helemaal niets.’

‘Maar de radar is net nieuw, het beste van het beste!’ wierp Essa tegen.

Carter speurde de lucht af, opzoek naar dat zogenaamde toestel. ‘Op welke hoogte vliegt hij volgens jou radar, Essa?’ vroeg hij. Hij voelde zichzelf onrustig worden. Hij kon de melding niet zomaar negeren.

’Op 13 kilometer, Kapitein.’ melde Essa.

‘Dan stijgen wij naar 15 kilometer. Gewoon voor de zekerheid.’ Carter gaf een ruk aan zijn stuurknuppel en de neus van zijn ASA schoot omhoog. De anderen volgden hem en voor de rest van de weg zouden ze op 15 kilometer hoogte vliegen.

 

Vliegbasis Theseus

Arras, Franse Staten

 

11: 26 uur

Met een dreun lande een paar zwarte leren gevechtslaarzen op de vloer van de vliegtuighangar in het Franse Arras. Carter stopte zijn handschoenen in zijn zakken en zette zijn stofbril en helm af.

Hij haalde een hand door zijn verwarde haren en liep toen naar zijn Flight, die allemaal nerveus stonden te fluisteren over de gebeurtenis met Essa’s radar. Carter vroeg zich af of ze aan zijn beslissing twijfelden. Was het laf dat hij die ene melding serieus had genomen?

‘Ah, Kapitein.’ Essa kwam op hem af gelopen. ‘Mijn radar word nu onderzocht.’

‘Goed, laat me weten wat daaruit komt.’ Carter liep door naar een andere Flight die zojuist waren binnen gekomen. Hun Flight Lieutenant kwam al op hem af lopen.  Zijn goede vriend Aiden Harlow, met wie hij een groot gedeelte van zijn training had samen geleefd. Hij was vijf jaar ouder en had meer dan eens de grote broer uitgehangen. Vooral omdat niet iedereen even blij was met de piepjonge Carter die sneller in rangen steeg dan dat hij ouder werd.

‘Gareth, hoe was de vlucht?’

Carter haalde zijn schouders op. ‘Ik had voor de verandering eens de leiding. Er was een probleem met een radar.’

Harlow fronste zijn wenkbrauwen. ‘Radar?’

‘Ja, één van onze radars gaf een toestel aan dat recht op ons af kwam. Maar de rest kreeg de melding niet.’

‘Mmh, vreemd.’ Hij wreef met zijn duim over de stoppels op zijn kin. ‘Nou, je hebt het goed op gelost, anders waren jullie hier nu niet.’ Hij gaf Carter een schouderklopje en verdween weer.

Er waren nog zeker dertig minuten over voor ze een briefing zouden krijgen over de strategie van de missie.

Carter besloot contact op te nemen met zijn ouders en met Darcey, hen vertellen dat hij veilig was aangekomen. Er hing een telefoon in de hal naar de hangar. Hij moest echter iemand vragen om zijn muntgeld te wisselen, het apparaat nam geen ponden aan maar franc.

‘Graham Carter.’ zijn vader nam de telefoon op thuis.

‘Pa, met mij.’

‘Gareth, ben je al in de FS? Ik dacht dat je vanavond pas zou gaan.’

‘Ik ben er al. Had ik niet verteld dat ik vanmorgen al zou vertrekken? Afin, de vlucht is goed gegaan. Maar waarschijnlijk vliegen we vanavond al uit naar de frontlinie. De vliegbasis ligt in Arras, best een eindje van het front.’

Aan de andere kant van de lijn was het even stil. ‘Vanavond al? Dus vanavond word het al gevaarlijk?’

Carter zuchtte. Zijn gevoel van gevaar was aanzienlijk lager dan dat van zijn ouders. ‘Ja, het word inderdaad gevaarlijk. Maar je hoeft je geen zorgen te maken.’

Zijn vader slaakte een zucht. ‘Je zusje wil je nog even speken, ze staat naast me. Hier komt ze.’

De telefoon werd overhandigd en al snel klonk de stem van Alice. ‘Hoi Gareth.’

‘Hey Alice.’ Zijn stem leek over te staan. Al zo lang hij zich kon herinneren was Gareth de gene die Alice beschermde waar hij kon. Maar hij kon haar nu niet voor de waarheid beschermen en de waarheid was dat haar broer zich nu in een oorlogsgebied bevond.

‘Je gaat weer vechten hè?’

Gareth slikte om zijn stem zo normaal mogelijk te laten klinken. ‘Ja, maar het valt allemaal wel mee. Ik ben weer terug voor je het weet.’

‘Gareth?’ haar stem klonk zacht.

‘Ja?’

‘Je hoeft me niet als een klein kind te behandelen. Ik weet precies wat er aan de hand is.’

Hij viel stil. En op het moment dat hij wilde antwoorden verbrak Alice de verbinding al. Die was duidelijk kwaad. Geen wonder ook, ze was al zestien en hij behandelde haar nog steeds als een kind van zes.

Met een zucht draaide Carter zich van de telefoon weg en liep de kantine in. De moed zonk hem in de schoenen wanneer hij eraan dacht dat hij Darcey ook nog moest bellen. Wat moest hij haar zeggen? Hij kon zijn eigen zusje niet eens te woord staan.

In de kantine ging hij bij zijn Flight zitten in afwachting van de briefing. Bennet zat in een sportmagazine te lezen, Kathy roerde afwezig in een mok koffie. Gezellig is anders.

Iedereen was in gedachten verzonken. Iedereen dacht hetzelfde; “Wat gebeurt er vanavond?”

‘Ook koffie?’ vroeg Bennet die opstond en zijn blad op tafel legde.

‘Ja lekker.’ Carter nam het magazine van hem over en bladerde erin terwijl hij zijn gedachten op een rij probeerde te krijgen. Waarom voelde deze missie zo anders? Was het omdat hij nu eindelijk iets (of eigenlijk iemand) had om voor te leven. Of  kwam het doordat hij anders tegen zijn werk aan was gaan kijken. Misschien wilde hij wel helemaal niet meer voor Squadron Oberon werken.

Er werd een mok dampende koffie voor zijn neus neer gezet. Bennet kwam naast hem zitten. ‘Ik hoorde dat je een meisje hebt.’ grijnsde hij.

Carter haalde zijn schouders op. ‘Ja.’

‘Jij hebt wel lef zeg! Net voor je naar het front word gestuurd begin je een relatie.’

Er kwam geen reactie. Carter was allang weer in zijn eigen gedachtestroom afgedwaald.

 

13: 03 uur

‘Mensen, mag ik jullie aandacht alsjeblieft?’ De zware stem van Majoor Ripley galmde door de kantine waar alle Flights bij elkaar waren gekomen voor de briefing. ‘Goed, dank je. Luister goed, ik heb geen zin in misverstanden of dingen te moeten herhalen.’

Even werd er in de kantine een beetje melig gereageerd, waarschijnlijk de zenuwen. De majoor liet ze even uitrazen en ging toen ongestoord verder.

‘Er zijn een aantal veranderingen aangepast in de Flights. Elke Flight word nu versterkt door één of meer piloten van L'escadron D’Arras, het enige squadron in de FS dat enigszins ervaring heeft met Solar-Aircrafts. Waarom we dit doen is heel simpel, zij kennen dit gebied en de vijand.

Nu even goed opletten of er veranderingen zijn voor jou Flight.’

Na elke Flight te hebben opgenoemd en de daarbij behorende lijst van veranderingen, werd de missie besproken. Een ingewikkelde strategie die op de landkaart werd uitgewerkt met een wirwar van lijnen.

Carter maakte notities in zijn hoofd, en memoriseerde elk detail van de landkaart zodat hij het later nog zo uit het hoofd zou kunnen natekenen.

De missie zou als volgt verlopen:

De Flights werden over de frontlinie gestuurd om de drie belangrijkste vijandelijke leger basissen te ontmantelen. Die waren gelokaliseerd door een satelliet. 

De piloten zouden met zonsondergang vertrekken, zodat er op het begin van de vlucht nog geladen kon worden en ze ’s avonds niet meer te zien zouden zijn.

Carter schudde de hand van de Eerste Luitenant die aan zijn Flight was toegevoegd vanuit L'escadron D’Arras. Zijn naam was Eric Caron. Met zijn tweeëndertig jaar was hij een van de ouderen in het squadron. En zeker ook een van de meest ervaren vliegers. Maar hoeveel ervaring hij had met een ASA viel niet te zeggen.

‘Ben jij niet een beetje jong om een Kapitein te zijn ?’ vroeg Luitenant Caron met een zwaar accent.

‘Ik geloof niet dat mijn leeftijd mijn capaciteit bepaald, Luitenant.’ Carter glimlachte maar naar hem. Het was niet zo dat hij die vraag nog nooit eerder had gehoord. Er was eigenlijk altijd wel iemand die zo’n opmerking naar zijn hoofd slingerde.

De Luitenant gaf hem een klop op zijn schouder. ‘Geen zorgen knul, je reputatie is je hierheen gevolgd.’

 

 16:18 uur

Vijftien minuten voor vertrek. Iedereen was ongelofelijk gespannen. Het zou niet lang meer duren voor ze boven vijandelijk gebied zouden hangen.  De meesten hadden zich snel gedoucht, niemand wist wanneer ze weer de kans zouden krijgen om zich op te frissen. Met een beetje pech werd je ASA uit de lucht geschoten en als je het dan al overleefde moest je dagen, maanden, misschien wel jaren lang ronddwalen in vijandelijk gebied.

Carter ritste zijn jumpsuit dicht en bond zijn riem vast, waaraan maar één oude revolver hing, geladen met lazerkogels. Als het op vechten  aan zou komen, had hij toch wat meer nodig. Maar hij zou het met de revolver moeten doen, helaas.

Hij hing zijn stofbril om zijn nek en liep toen met geheven hoofd de hangar in. Om vervolgens begroet te worden door zijn Flight. Khalid Essa was overgeplaatst naar een andere Flight, om plaats te maken voor Eerste Luitenant Eric Caron.

Vale kwam op hem af lopen en klopte hem op de schouder. ‘Het gaat een lange nacht worden, vriend. Let goed op jezelf, ik wil niet de persoon zijn die jou meisje moet vertellen dat haar Gareth niet meer terug komt.’

‘Geen zorgen, Vale.’ Carter legde zijn handen op de schouders van zijn Luitenant zodat ze elkaar recht aankeken. ‘Het is ons al eerder gelukt. En dit keer lukt het ons weer.’

‘Dat is je geraden, Carter.’ grijnsde Vale en hij citeerde een van de meest beroemde strijdkreten, die van The Three Musketeers. “All for one and one for all, united we stand, divided we fall.”

‘En zo is het maar net.’



© 2014 Saskia Zumdick


My Review

Would you like to review this Chapter?
Login | Register




Share This
Email
Facebook
Twitter
Request Read Request
Add to Library My Library
Subscribe Subscribe


Stats

299 Views
Added on January 23, 2014
Last Updated on January 23, 2014
Tags: Si-Fi, Love, War, YA, Solar, Aircraft, Pilot, Dystopian


Author

Saskia Zumdick
Saskia Zumdick

Velden, Limburg, Netherlands



About
Hello, I'm an nineteen-year-old Hobby writer and student Photographer. I write both in Dutch and English. I currently live and study in The Netherlands, where I was born. I hope you'll enjoy my.. more..

Writing