Countdown 03- The Iron Raven

Countdown 03- The Iron Raven

A Chapter by Saskia Zumdick

hoofdstuk 3:

The Iron raven

 

29 Juli �" 2045

 

Churcill Complex

Londen, Verenigd Koninkrijk

 

18: 12 uur

Letters dansten voor zijn ogen terwijl hij op zijn rug op het tapijt lag met de brief voor zijn neus. Hij had het die ochtend gekregen en was het de rest van de dag door aan het lezen. 

Carter hees zichzelf overeind, smeet de brief naar het tv-scherm en liep naar de keuken om vervolgens met zijn hoofd tegen de koelkast aan te bonken. Hij voelde zich ongelofelijk stom.

In de brief werd hem dringend verzocht om zich te melden op de vliegbasis. Zijn diensten bleken hard nodig. De situatie was erg verslechterd.

Geweldig, dacht Carter sarcastisch, en juist nu hij Darcey voor zich begon te winnen. Hij begon te denken dat het stom van hem was geweest om juist nu te beginnen met daten. Nog nooit in zijn leven had hij tegen een missie opgezien. Maar nu Darcey in zijn leven was gekomen, leek alles te zijn veranderd, in enkel een paar dagen.

Hoe moest hij haar trouwens uitleggen dat hij weer weg moest? En niet zomaar weg, nee de oorlog in.

Hij had met haar afgesproken om vanavond uit te gaan eten. En hij zag er enorm tegenop om het haar te vertellen. In zijn hoofd speelden er talloze scenario’s af die zouden kunnen gebeuren wanneer hij het niet goed aanpakte of wanneer Darcey het niet goed op zou nemen.

Om zijn gedachten even ergens anders te krijgen besloot hij maar alvast zijn spullen te pakken. Niet dat hij veel mee nam op een missie.


Aziatisch restaurant “De Waterlelie”

Londen, Verenigd Koninkrijk

 

18: 32 uur

Voor de laatste keer checkte hij zijn uiterlijk in de spiegel van de garderobehal in het restaurant waar hij met Darcey af had gesproken. Hij vroeg de garderobemedewerkster zelfs hoe hij eruit zag, was het netjes genoeg?

Uiteindelijk ging hij alvast aan de gereserveerde tafel zitten, zijn date was er nog niet, want Carter was te vroeg. Een kwartier te vroeg om precies te zijn.

Gelukkig voor hem, was Darcey ook te vroeg.  Ze glimlachte lieflijk naar hem terwijl hij haastig opstond om haar jas aan te nemen en die naar de garderobe te brengen.

Toen hij weer ging zitten rilde zijn handen zo erg van de zenuwen dat hij ze onder de tafel op zijn schoot moest leggen zodat Darcey ze niet zag. Maar ze had het allang in de gaten en ze boog naar voren over de tafel om hem met een bezorgde blik aan te kijken.

‘Oké Gareth, wat is er?’ ze schonk mineraalwater uit de fles die op tafel stond uit over de twee waterglazen. ‘Ik zie dat je ergens me zit.’

Carter zuchtte, hij had zijn handen tot vuisten gebald. ‘Het spijt me Darcey. Ik heb je iets niet verteld.’ Hij durfde haar niet aan te kijken. ‘Ik ben gevechtspiloot. En er is een oorlog aan de gang, dus moet ik gaan.’

‘Je bedoeld de oorlog tussen De Noordwest Unie en De Franse Staten? Maar daar heeft het Verenigd Koninkrijk toch niets mee te maken?’ Darcey had net een slok water willen nemen maar ze zette haar glas nu weer terug.

‘Er is een alliantie tussen De Franse Staten en  het Verenigd Koninkrijk.’ legde Carter uit. ‘En wij worden opgetrommeld omdat de RAF niet sterk genoeg is. Ik wist dat het zou komen, maar ik had nooit verwacht dat we zo snel nodig zouden zijn.’

‘Wanneer vertrek je?’

‘Ik vertrek morgen ochtend naar de basis.’ Carter frommelde met het tafellaken alsof dat een belangrijke taak was.

‘Weet je wat, laat dat etentje maar zitten. Ik weet iets beters.’ Darcey stond op, greep zijn hand en trok hem van zijn stoel. Verbaasd gooide Carter een briefje van tien Pond op tafel en liet hij zich verder mee sleuren. De garderobemedewerkster keek hen verbaasd na terwijl Darcey hun jassen van de kapstok griste.

‘Wat ben je van plan?’ vroeg  Carter toen ze het restaurant uit liepen.

‘Niet veel, alleen dit…’ ze trok hem naar zich toe en voor de ASA Kapitein het ook maar door had, werd hij verrast door haar warme omhelzing en de zoete tederheid van haar lippen op de zijne.

 

Churcill Complex

Londen, Verenigd Koninkrijk

 

22:01 uur

‘Uit eten was nooit echt mijn ding.’ Darcey begroef haar neus in Carters hals. Hij voelde haar adem in zijn nek, hij rook haar parfum.

‘Dus je vind het niet erg dat ik het min of meer verziekt heb?’ Zijn vingertoppen gleden door haar rode haren die ze bij het etentje nog in een knot had opgestoken. Nu viel het in golven over haar schouders.

Ze lagen tegen elkaar aan op het simpele bed in Carters appartement, verstrengeld in een omhelzing die niet lang genoeg kon duren.

Carter had haar alles verteld over zijn baan, dat hij al heel jong gerekruteerd was en daardoor nooit echt een normaal leven had gehad, maar ook dat hij daarnaast nog studeerde.

Een hele tijd zeiden ze niets en genoten ze van elkaars gezelschap.

 

30 Juli �" 2045

 

07: 22 uur

Met een ruk veerde Carter overeind. Zijn haar hing in zijn gezicht en met een simpele beweging van zijn hand veegde hij de pluk naar achteren.

Hij keek zijn kamer rond, het was nog pikkedonker. Zijn wekker zou over een aantal minuten afgaan. Maar hij maakte zich zo’n zorgen over de volgende missie dat hij er zelfs over had gedroomd. Hij was deze nacht wel zeker vijf keer wakker geworden. En telkens droomde hij het zelfde.

Hij droomde dat zijn ASA al tollend en brandend ter aarde stortte met hem erin. Hij kon de hitte van het vuur voelen tezamen met de g-krachten die op zijn lichaam drukten.

Naast hem  draaide Darcey op haar zij. Ze lag in zijn armen, haar hoofd rustend op zijn borst. Hij kon haar nog maar beter even laten slapen. Hij had haar vannacht veel te vaak gewekt, niet met opzet natuurlijk. Maar telkens wanneer zijn ASA met een klap de grond raakte, werd hij schreeuwend wakker.

Voorzichtig schoof hij haar van zich af en legde hij haar terug op het bed. Ze sliep rustig verder.

Nog slaapdronken liet hij zich uit bed glijden. Darcey mompelde iets onverstaanbaars in haar slaap. Carter grijnsde even, over zijn schouder naar haar kijkend terwijl hij zich omkleedde.  

Hij moest haar achter laten. Zijn grijns vervaagde bij die gedachte. De missies, die maanden geleden nog zo belangrijk voor hem waren geweest, verbleekten vergeleken bij hoe belangrijk Darcey voor hem was.

Toen hij zich had aangekleed, in vol uniform, ging hij naar de keuken om ontbijt te maken. Hij had nog nooit ontbijt klaar gemaakt voor twee personen. De wekker kon elk moment afgaan dus het zou niet lang meer duren voor Darcey wakker werd.

‘Je ziet er goed uit in uniform.’ Darcey sloeg haar armen vanachter om zijn middel en legde haar wang tegen zijn schouderblad.

Carter grijnsde. ‘Dank je. Jij ziet er zelf ook goed uit in pyjama.’ Hij draaide zich naar haar om en kuste haar. ‘Zin in een ontbijtje?’

 

Vliegbasis Port Oberon

Dover, Verenigd Koninkrijk

 

09:02 uur

De grote metalen schuifdeuren van Gate 12 gleden open toen Kapitein Gareth Carter zijn dienstpasje door de gleuf in het slot haalde. Meteen werd hij uitbundig onthaald door zijn manschappen.

Sergeant-majoor Kathy Hamilton was de eerste die op hem af kwam. Ze salueerde eerst formeel voor hem �"Carter salueerde terug- en ging toen erg informeel verder. ‘Waar bleef je? Iedereen is al aanwezig.’

‘Waar bleef je, Kapitein. Toch, Sergeant-majoor Hamilton?’ Carter grijnsde plagerig naar haar.

‘Nou, Kapitein. Wat heb je dan voor excuus?’ Kathy gaf hem een stootje tegen de schouder, zoals ze altijd deed.

Het gezicht van de Kapitein kleurden rood. ‘Je zult het vast niet geloven. Maar ik had een erg mooi en erg lief meisje in mijn bed.’

Kathy kon niet anders dan in lachen uitbarsten. ‘Dat is een goeie zeg!’ Maar toen zag ze zijn kleur. ‘Meen je dat serieus?’

Carter knikte. ‘Ze heet Darcey.’

‘Ach, Kapiteintje toch! Is onze onfeilbare piloot gevallen voor een vrouw?’ Haar lippen trokken in een plagerige glimlach.

‘Ja.’ Hij beende naar zijn ASA, die op dat moment een grondige maar onnodige keuring onderging. Hij hield zijn “kist” -zoals zijn kameraden hun ASA’s eerbieding noemden- erg goed in vorm.

De monteur salueerde kort, zijn klembord onder zijn arm houdend. ‘Hij is er weer klaar voor, Sir.’

‘Dat was hij al, Korporaal. Maar toch bedankt.’

‘Standaard procedure, Sir. Anders mag je de lucht niet in.’ De Korporaal klopte even op de romp, overhandigde Carter het klembord en liep toen naar het volgende toestel. Carter keek de Korporaal na. De man was zeker tien jaar ouder dan hij, en toch lager in rang. Daar zou hij nooit aan kunnen wennen, bedacht hij zich terwijl hij zijn ASA nog even bekeek.

Op de romp stond in glanzende verf een schild geschilderd, met daarin de afbeelding van een raaf. Dit omdat de ASA  beter bekend stond als “The Iron Raven.”

“Briefing over precies 10 minuten. Maak uzelf gereed.” klonk er door de speakers.

Carter was al in vliegenierskleding, alleen zijn helm en stofbril ontbraken nog. Hij wilde net naar zijn locker lopen om zijn helm te halen toen iemand hem tegen hield door een hand op zijn schouder te leggen.

Hij draaide zich om. ‘O, hallo Majoor.’

‘Carter, goed je te zien.’ Majoor Ripley trok hem even uit het zicht van de anderen in de Gate. ‘Ik wilde je nog even spreken voor ik dadelijk de strategie uit ga leggen.’ De Majoor klonk bezorgd, vaderlijk zelfs.

Carter knikte. ‘Natuurlijk, zegt u het maar.’

‘Je krijgt zo dadelijk voor het eerst de leiding over een Flight. Bij je vorige missie was je nog Eerste Luitenant. Ik wil weten hoe je er tegenover staat.’ De Majoor hield nog steeds zijn hand op Carters schouder.

Carter fronste zijn wenkbrauwen. Hij had er nog niet eens echt over na gedacht. Een Flight bestond uit 6 ASA’s , dat viel wel mee, en hij had al eens eerder de leiding gekregen toen de toenmalige Kapitein uit was gevallen. En dat had hij zonder moeite gedaan.

‘Ik denk niet dat het een probleem zal vormen, Majoor.’ Carter schoof de hand van de Majoor van zijn schouder en glimlachte vriendelijk.

‘Goed!’ De Majoor klopte tegen zijn bovenarm. ‘Perfect zelfs. Laat je niet door deze oude man aflijden jongen. Ik vergeet soms dat je niet voor niets Kapitein bent geworden, ook al ben je pas 20.’

‘Blij dat te horen, Sir.’ Carter draaide zich om en liep toen naar zijn locker om zijn helm te pakken.

“Briefing over precies 5 minuten. Maak uzelf gereed.”

‘Ja ja.’ mompelde Carter in zich zelf  toen hij de stofbril om zijn nek hing en met de helm onder zijn arm richting de monitor liep.

Voor de monitor stonden een aantal stoelen. De meeste piloten zaten al, in afwachting van de briefing. Carter plofte op een stoel naast zijn Eerste Luitenant Bennet Vale. Ook Bennet was enkele jaren ouder.

‘Hé Carter, The Iron Raven staat er weer stralend bij.’ Vale zakte onderuit in de plastic stoel.

‘Dank je. En, denk je dat je mijn gezag aan kunt?’ Carter keek vanuit zijn ooghoek naar de Luitenant, tussen wiens lippen een onaangestoken sigaret bungelde.

‘Natuurlijk joh. Ik heb wel geleerd op jou inzicht te vertrouwen. Had ik dat vorige maand niet gedaan dan lag ik nu levend begraven in de Gobi Woestijn.’ Hij lachte nu uitbundig, tot zijn sigaret viel en hij die op moest rapen. ‘En trouwens.’ zei hij, zijn sigaret weer tussen zijn lippen klemmend. ‘Zonder mij zit jij dadelijk binnen no-time met een kogel in je reet. We hebben elkaar nodig, maat.’

Hij had gelijk. Vale was een uitstekende jager, snel en onverschrokken. Carter wist dat hij hem nodig zou hebben in een Dog-fight.  Maar het was meteen ook zijn zwaktepunt. Hij handelde vaak te snel en onbedachtzaam, wat hem vaak in problemen bracht. Carter daarentegen was juist heel strategisch in zijn aanvallen en plande ze tot in de details. Maar wanneer de vijand een aanval deed die hij niet had voorzien, kon hij erg gemakkelijk in moeilijkheden raken. Dan was het Vale die met zijn snelle reactievermogen moest ingrijpen. Dit maakte dat ze samen een goed team vormden.

De monitor sprong aan. En binnen twee seconden was de rumoerige Gate helemaal stil en waren alle ogen gericht op het scherm.

Een landkaart verscheen met daarop gekeurde pijlen die het oprukken van zowel vriendelijke als vijandelijke legers in kaart bracht.

De vrouwelijke stem van het computerstem opende de briefing. “Welkom S15 piloten. Dit is jullie missie…”



© 2014 Saskia Zumdick


My Review

Would you like to review this Chapter?
Login | Register




Share This
Email
Facebook
Twitter
Request Read Request
Add to Library My Library
Subscribe Subscribe


Stats

331 Views
Added on December 5, 2013
Last Updated on January 7, 2014
Tags: Si-Fi, Love, War, YA, Solar, Aircraft, Pilot, Dystopian


Author

Saskia Zumdick
Saskia Zumdick

Velden, Limburg, Netherlands



About
Hello, I'm an nineteen-year-old Hobby writer and student Photographer. I write both in Dutch and English. I currently live and study in The Netherlands, where I was born. I hope you'll enjoy my.. more..

Writing