Hoofdstuk 2:
Cappuccino to go
28 Juli " 2045
Café Albion
London, Verenigd Koninkrijk
12:
00 uur
Kapitein Carter duwde met één hand de deur van het café
open terwijl hij met de andere zijn
pocketversie van Ian Flemings Goldfinger
openhield op bladzijde 23. Hij bleef lezen terwijl hij het café in stapte. Zelfs
toen hij bijna tegen de bardame aanliep.
‘Excuseer me.’ mompelde hij vanachter zijn boek terwijl
hij ging zitten aan een tweepersoons tafel achterin het café.
Dit was niet ongewoon voor hem. Hij hield van lezen en
kon het dan ook vaak niet laten om al lopend te lezen. Gelukkig voor hem had
hij scherpe zintuigen en liep hij nauwelijks ergens tegenaan.
‘Zeg het maar.’ Een meisje met rood haar stond naast zijn
tafel en krabbelde het tafelnummer op haar bloknoot.
Bij het horen van haar stem legde Carter abrupt zijn boek
neer. Zij was het. ‘Eh. Een Cappuccino alsjeblieft.’
‘Wil je er misschien iets lekkers bij? De bosbessenmuffin is een aanrader.’ Ze keek hem aan met een zachte glimlach.
‘Nee, dankjewel. Ik hou het bij de Cappuccino.’
antwoordde hij.
‘Is het wat?’ vroeg ze, met een knik naar het boek.
Carter keek naar het boek waarvan hij een aantal minuten
geleden nog onafscheidelijk van was geweest. ‘J ja, Ian Fleming is mijn
favoriete schrijver.’ hij glimlachte naar het meisje.
Ze stopte de bloknoot in de zak van haar sloof. ‘Ik heb
tot nu toe alleen “The Spy who loved me” gelezen.’ zei ze, en liep toen weer
weg.
Een zucht verliet Carters lippen. Dit was precies waarom
hij haar zo leuk vond. Ze leek het niet erg te vinden dat hij zich vreemd
gedroeg. Hij was wel vaker binnen komen lopen met zijn neus in een of ander
boek of zijn hoofd in de wolken. Hij had er zelfs meer dan eens verschrikkelijk
uit gezien na een missie. En zij, het meisje met de rode haren en de lieve
glimlach, zij leek hem altijd even aardig te vinden.
Toen ze hem zijn Cappuccino kwam brengen was hij alweer
verder gegaan met lezen.
‘Alsjeblieft.’ Ze zette de kop voor hem op tafel. En
Carter leek op te schrikken uit zijn papieren wereld.
‘Dank je. Trouwens…’ hij nam haar pols beet toen ze weer
weg wilde lopen. Ze draaide zich enigszins geschrokken naar hem om. ‘Mag ik
vragen hoe je heet?’
Even keek ze hem verdwaasd aan, maar lachte toen. ‘Ik
heet Darcey.’
‘Aangenaam, Darcey. Mijn naam is Gareth Carter.’ De hand
die hij eerst om haar pols had geklemd gleed nu naar haar hand, die hij
schudde.
Voor even maakten de twee oogcontact. Een moment dat
Carter niet snel zou vergeten.
29 Juli " 2045
Churchill Complex
London, Verenigd
Koninkrijk.
17:14
uur
Carter had vroeg in de ochtend zijn spullen al gepakt,
ook al wist hij niet zeker of hij zou vertrekken of niet. Het leek hem in ieder
geval een beter idee om paraat te staan. Zo hoefde hij zijn spullen niet op de
laatste seconde in te pakken. ‘
Nu lag hij languit op zijn bank, hij had zijn shirt uit
getrokken omdat zijn airconditioning het niet leek te doen en het gewoon veel
te warm was in zijn appartement.
Zijn gedachten waren elders, bij het meisje in het café,
Darcey. Voor dat hij de dag daarvoor bij
het café vertrokken was, had hij nog een Cappuccino To Go besteld. Hij had een
zwarte pen uit zijn zak gehaald en had op de kartonnen koffiebeker geschreven;
Voor Darcey
Omdat ik je erg leuk vind.
07784336720
GC
Hij liet het achter op de tafel en vertrok toen. Deze
truc had hij een van zijn collega’s ooit zien doen, en bij hem had het gewerkt.
Maar tot nu toe had hij nog niets van haar vernomen. Misschien, dacht hij
bitter, was de liefde ook niet voor hem weggelegd.
Carter nam zijn boek van de koffietafel en liep al lezend
de keuken in en zette koffie. Zijn handelingen waren automatisch, hij dacht er
niet bij na en zijn ogen bleven op de tekst gefixeerd. Hij had al een fascinatie met James Bond sinds
hij een klein kind was, ook al werden er geen films meer geproduceerd en werden
de boeken niet meer uitgegeven. Hij had een boekenplank vol met de pocket
versies van zijn vader. Er miste alleen één boek, “The Spy who loved me”. Zijn
vader had het boek nooit gekocht.
Hij hoorde in de woonkamer zijn telefoon over gaan. Hij
fronste zijn wenkbrauwen en keek voor het eerst op van zijn boek. Hij legde een
koffielepel tussen de bladzijde waar hij gebleven was en legde het boek toen op
het aanrecht om vervolgens naar de telefoon te lopen.
Zijn duim raakte de groene toets, en hij nam op.
‘Carter.’ zijn stem klonk eentonig, haast
ongeïnteresseerd.
‘Hallo, Gareth. Bedankt voor de koffie.’ klonk een
heldere stem aan de andere kant van de lijn.
‘Darcey?’ er verscheen een glimlach op zijn gezicht.
‘Ja, hallo nogmaals.’
‘Hallo. Ik moet eerlijk zeggen dat ik verbaasd ben dat je
belt.’
Er klonk een nerveuze giechel aan de andere kant van de
lijn. ‘Eerlijk gezegd ben ik net zo verbaast. Ik doe dit soort dingen normaal
niet.’
‘Dit soort dingen?’ vroeg Carter.
‘Nou ja, een wildvreemde bellen die me leuk blijkt te
vinden.’
‘Juist. Dan hebben we iets gemeen.’
‘Ik dacht… ik dacht dat we misschien iets konden
afspreken?’ ze klonk aarzelend.
18:15
uur
Hij was onder de d****e gaan staan, rillend van de
nerveusheid. Gareth Carter en een date, waren twee dingen die je niet gauw in
een zin samen zou vinden.
Natuurlijk was het waarvoor hij had gehoopt. Met die
intentie was hij ook naar het café gegaan. Maar nu het zover was, leek het ietwat
onwerkelijk.
Het was beginnen te regenen toen hij uit de d****e
stapte. De druppels vielen langs het raam naar beneden. Carter trok zijn shirt
over zijn hoofd en liep toen de keuken in. Hij trok de koelkast open. Gelukkig
was er nog genoeg te drinken in huis. Hij keek op zijn horloge, ze kon elk
moment komen.
Wat deden mensen eigenlijk voordat ze een date hadden,
afgezien van zich opfrissen. Hij probeerde zich scènes te herinneren uit
romantische films, maar kon er geen bedenken waarin ze lieten zien hoe het er
vóór een date aan toe ging. Of misschien had hij gewoon te weinig romantische
films gezien.
Hij besloot nog maar eens naar de spiegel te lopen. Met
een rillende hand pakte hij de kam van de plank onder de badkamerspiegel waar
ook zijn scheermes en tandenborstel lagen en haalde die door zijn donkere
haren.
Toen hij voor het eerst op Port Oberon aankwam had hij
langer haar. Nog geen week later had hij zijn haar kort laten knippen, het was
gewoon onhandig.
Zijn blik viel op de reserve tandenborstel die in de
beker naast de zijne stond. Zijn jongere zusje gebruikte die wanneer ze bleef
slapen. Meteen haalde hij de tandenborstel weg en smeet die in de vuilnisbak
naast de wc. Wat zou Darcey wel niet van hem denken wanneer ze twee
tandenborstels zag in plaats van één? Dat hij dit vaker deed?
De bel van de voordeur ging en Carter veerde overeind. Hij
haastte zich naar de deur en deed die open.
Daar stond ze, haar rode haar donker van de regen,
helemaal doorweekt. Ze glimlachte verlegen naar hem.
‘Hallo.’ klonk haar heldere stem door het geluid van de
regen.
‘Hey! Kom erin. Wat een weer zeg.’ Carter stapte opzij om
haar binnen te laten.
Ze liep door naar de huiskamer en draaide zich toen naar
hem om. ‘Mooi appartement zeg. Ik zou willen dat ik op mezelf kon wonen.’
‘Dank je. Kun je niet op jezelf wonen?’ Carter nam haar
jas aan en haastte zich naar de kapstok bij de deur om de drijfnatte jas daar
op te hangen. Hij kon haar parfum in de kraag ruiken.
Darcey keek ietwat verlegen naar haar schoenen. ‘Nee, ik heb
er geen geld voor.’ Ze wrong aan de uiteinden van haar haren zodat het water
eruit liep.
‘Wacht ik haal wel even een handdoek.’ Carter liep zijn
badkamer in en nam een grote handdoek uit de kleine kast die daar stond. Maar
toen hij terug kwam, zag hij pas dat een handdoek alleen misschien niet
voldoende was. ‘Wil je misschien wat droge kleren?’ vroeg hij toen hij haar de
handdoek aanreikte.
Ze lachte. ‘Een trui zou wel handig zijn.’
‘Oké. Misschien ook iets warms te drinken?’ Carter liep
de keuken al in. ‘Cappuccino?’
‘Graag.’
antwoordde Darcey.
Toen hij even later terug kwam met een van zijn truien en
twee koppen Cappuccino zat Darcey op de bank bij de verwarming het water uit
haar haren wrijvend. Ze nam dankbaar de trui aan en verdween even naar de
badkamer.
Carter zuchtte opgelucht toen hij zich herinnerde dat hij
de extra tandenborstel had weggegooid.
‘En? Hoe zie ik eruit?’ Darcey stak haar hoofd om de
badkamerdeur, blozend. En daarna volgde de rest van haar lichaam. Ze had haar
donker groene jurk omgeruild voor Carters nachtblauwe trui met het embleem van
Squadron Oberon op de borst. Die reikte tot haar knieën omdat de trui haar
natuurlijk veel te groot was. Alleen haar vingertoppen staken uit de mouwen. Daaronder droeg ze de
legging die ze ook al onder haar jurk had gedragen.
‘Stijlvol.’ antwoordde Carter met zijn lippen aan de
koffiemok.
Ze lachtte.